Frut

dsc01632

Algemeen aanvaard als traditioneel streekeigen product

De oude bevolking heeft het product nog zelf bereid. Tot na de tweede wereldoorlog was het houden en verwerken van varkens bij landbouwers en arbeiders een gangbaar gebruik. De nu tachtigjarige hebben als kind dikwijls het varken moeten gaan voederen. De generatie die geboren is vanaf de jaren 1950 kennen dit gebruik niet meer. Grijze frut wordt in de ganse streek niet veel meer gemaakt. Het kookproces en het “uitzoeken” van de frut wekt geen interesse bij de jonge slagers. De fabricatie is bij ons steeds overgeleverd van vader op zoon. Ik leerde het van mijn vader en mijn vader leerde het van zijn vader. Geschriften hieromtrent zijn er bij mijn weten nooit over geweest, het werd gewoon zo gedaan. Doch vindt onze grijze frut nog gemakkelijk afnemers, hij is lekker bij de boterham, of in blokjes bij een goed biertje,

Geschiedenis

Landbouwers slachten vroeger zelf hun varken. Niet enkel voor eigen gebruik, doch ook de burgerij uit Antwerpen kwam naar de landbouwers van de Noorderkempen voedsel kopen. De kop en snijlingen werden verwerkt in frut (grijze kop). Het bloed, slachtafval, zwoerd en spek werd beuling van gemaakt. Met de overige snijlingen werden worsten gemaakt, die ook gebakken en in vet ingelegd werden om alzo langer te bewaren. De rug werd versneden in koteletten, die allemaal werden gebakken, in een “steinen” pot gelegd en overgoten met het bakvet (de varkens waren toen zeer vet). Zo was het vlees afgesloten van de zuurstof want er waren nog geen koelkasten. Daar de bewaarbaarheid van deze producten beperkt was werden deze eerst opgegeten. Dat was een korte tijd van overvloed. De schouders werden gezouten als voorhespen en al of niet gerookt. Het spek werd gezouten, gedroogd en al of niet gerookt en was ook voor eigen gebruik. De hespen tenslotte werden ook gezouten en gedroogd. Daarna al of niet gerookt. De hesp was het stuk met toch het meeste vlees en werden daarom doorverkocht naar de burgers en beenhouwers in Antwerpen. Daardoor konden ze al een stuk inkomsten recupereren van hun kosten.

De frut was voor eigen gebruik en werd meestal door de vrouwen bereid. Na het maken van de beuling, door het bederfbaar bloed werd dit eerst gedaan, was het maken van de frut aan de beurt. Op de stoof (kachel) stond de pot met kop, staart en poten uren te garen, daarna werden de kop ontdaan van beenderen, het vlees werd gesneden, gekruid en bouillon bijgevoegd. Het vlees werd in potten gestort en in de kelder afgekoeld

Verband met de streek

Daar de streek een landbouwgebied was en nog gedeeltelijk is, hadden velen landbouwers en ook werklui een varken(s). Vele landbouwproducten werden geproduceerd voor ’t stad (Antwerpen). Deze werden dan met een stootkar, of paard en kar, nadien met den tram, naar Antwerpen gebracht. Het slachten van varkens was algemeen in landbouw en arbeiderskringen, net zoals het aanleveren van groenten, pluimvee en zuivel aan de Antwerpse burgerij. De streek was toen de voorraadschuur van de stad Antwerpen.

Beschrijving product

Ingrediënten: Gekookt kopvlees, hammetjes, kookbouillon, zout en kruiden.

Lichtgrijs, een smeuïge structuur met volle smaak. Geen grove korrel, 8 mm à 13 mm. Kan zowel in blokjes, als in schijfjes gesneden worden. Dient gekoeld geserveerd te worden, daar anders de stevigheid verloren gaat.

Indien u als handelaar of horeca onze Geuzenhoek mosterd, of onze frut in uw zaak wil verkopen of verwerken, gelieve dan met ons contact op te nemen.
Wij geven u graag verdere inlichtingen.

Overheerlijke producten, niet met industriële mixen vervaardigd, maar met eigen kruidenmengelingen.